Verplicht naar school

Gepubliceerd op 30 juni 2023 om 11:59

Deze ochtend fietste ik met mijn vierjarige zoon vanaf het kinderdagverblijf, waar we net zijn zusje hadden afgezet, naar school. ‘Mag ik kiezen?’ vroeg hij me onderweg. ‘Wat wil je kiezen?’ vraag ik, mezelf van de domme houdende. ‘Ik wil kiezen of ik vandaag thuis mag blijven of naar school mag gaan.’ ‘En wat kies je dan?’ ‘Thuis blijven. Ik wil thuis blijven.’

Het is niet de eerste keer, dat we dit gesprek voeren. En iedere keer merk ik dat zijn vraag me raakt. Ik wil ernaar luisteren, zijn gevoel serieus nemen, kijken wat we eraan kunnen doen. Tegelijkertijd moet ik van mezelf ook realistisch zijn: je bent fit, dus vandaag ga je wél naar school. Technisch gezien is hij met vier jaar nog niet leerplichtig, en stiekem zit er ook een zelfzuchtige reden achter mijn motivatie om hem naar school te willen sturen: zijn vader en ik moeten werken vandaag. Toch blijft het wringen. Laatst las ik ergens: als je je kind met tegenzin naar school stuurt, leer je hem om vol te houden op iets waar hij op leegloopt. Dat zette mij aan het denken… Leer ik mijn kind nu om zijn gevoelens aan de kant te schuiven?

Onderliggend speelt ook een ander motief: ik wil mijn kind voorbereiden op de leerplichtwet. In Nederland zijn kinderen verplicht om vanaf de leeftijd van 5 (niet 4!) jaar naar school te gaan. Enig verder onderzoek leert mij, dat er vanuit de Inspectie van het Onderwijs ook een uurnorm aan de leerplicht gekoppeld is. Kinderen moeten in acht schooljaren basisonderwijs ten minste 7.520 uur onderwijs krijgen. Dit komt neer op 940 uur per jaar. Als ik uitga van 40 lesweken in een jaar en ik reken mee dat kinderen (en leerkrachten) ook af en toe pauze nodig hebben, dat er studie- en wettelijke feestdagen zijn, komt dat neer op zo’n 5 uur per dag, 5 dagen in de week verplicht onderwijs. De gemiddelde zuidasadvocaat zal niet onder de indruk zijn van deze werkomvang. Maar de zuidasadvocaat is gemiddeld genomen dan ook geen vijf.

Het is natuurlijk prachtig dat we in Nederland voor alle kinderen onderwijs hebben. (Ik zou mijn kind in principe thuisonderwijs kúnnen geven, maar dat dat niet voor elke ouder is weggelegd, begrijp ik ook.) Het is de ‘plicht’ in leerplichtwet, die de laatste tijd steeds meer knelt met mijn gevoel. In mijn vorige blog, had ik het over intrinsieke motivatie. Maar hoe intrinsiek gemotiveerd kun je blijven, bij iets dat verplicht is? Om maar weer eens een voorbeeld met eten te geven… stel dat ik drie maaltijden per dag voor je zou koken. Vervolgens verplicht ik je om die maaltijden helemaal op te eten. Vijf dagen in de week, drie keer per dag, twaalf jaar lang. Maar alleen omdat het zo gezond is voor je hoor, alleen omdat ik jou de allerbeste start gun. Hoe erg zou je dan nog kunnen genieten van die maaltijden? Maar we verwachten wél van onze kinderen dat ze gemotiveerd blijven om te leren.

Aan de kant staan en boe roepen is makkelijk, ik weet het. Ik pretendeer hier niet alle oplossingen te hebben. Afschaffen van de leerplichtwet zou allerlei nare gevolgen (kunnen) hebben. Kinderen die helemaal niet meer mogen leren, alleen maar thuis met de gordijnen dicht televisie kijken in een huis zonder boeken, ik noem maar wat. Maar toch, een gedachte-experiment: wat zou er gebeuren als we onze kinderen het recht zouden geven om wél te kiezen? Zou een leerrechtwet denkbaar zijn? Elke dag brengen we onze kinderen verplicht tot aan de poort, en daar stellen we ze de vraag: wat wil jij?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.