
‘Die.’
‘Wat bedoel je?’
‘Die.’
‘Wil je je thee?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Die.’
‘Oké, zeg wat je bedoelt!’
‘Die.’
We zijn niet met onze éénjarige dochter in gesprek, maar met onze driejarige zoon. Van wie prachtige volzinnen gewend zijn, die hele prentenboeken uit zijn hoofd kent en alle coupletten van ‘Ik ga zwemmen …’ meezingt. Op dat laatste zijn we niet trots. Maar sinds Jade enkele woorden spreekt, treedt bij Felix een proces op dat mij vanuit de boeken geheel onbekend is. Interessant is het wel.
‘Felix, jij kan praten. Zeg het maar gewoon.’
Hij schudt zijn hoofd. ‘Die!’
De toon waarop hij het zegt lijkt opvallend veel op die van zijn jongere zusje.
In mijn hoofd loop ik er de fasen van de taalverwerving van Schaerlaekens en Gillis (1987) nog eens na: schreien, vocalisatie, vocaal spel, brabbelen, protowoorden, eenwoordfase, tweewoordfase, meerwoordfase, differentiatiefase, voltooingsfase. Nee, de plotselinge terugval naar de éénwoordfase zit er niet tussen!
Ik ben dit verschijnsel niet eerder tegengekomen, ook niet in mijn kortstondige carrière als logopedist. Nu begin ik me echter af te vragen of dit meer voorkomt bij kinderen met een jonger broertje of zusje. Bij gebrek aan een officiële term, gooi ik er zelf maar een de wereld in: pseudotaalregressie. Felix’ taalontwikkeling lijkt aan een plotselinge en onverklaarbare terugval te lijden. Maar dan niet echt natuurlijk. Taalontwikkeling kán opeens wegvallen, maar dan is er bijvoorbeeld sprake van een hersenletsel. Zoals bij volwassenen die een beroerte krijgen en daar afasie aan overhouden. Hier niet aan de hand, ventje. Zeg ons dus maar gewoon wat je bedoelt.
‘Die!’
‘WAAAAAH!’
Maar taal is natuurlijk ook identiteit. Felix gebruikt de éénwoorduitingen, om zich weer even net zo klein te voelen als zijn zusje. Want hij heeft heel goed door hoeveel bewondering zij van ons oogst met haar eerste woordjes. Dat kan hij toch net zo goed?
‘Ben jij een heel klein baby’tje?’ vraag ik liefjes.
Een grote grijns op zijn gezicht.
Je taalgebruik bewust aanpassen en inzetten om een andere identiteit aan te nemen... Is dat ook niet een soort ontwikkeling? In elk geval geeft hij er een behoefte mee aan. Ik ga mijn kleine kindje straks maar even op schoot nemen en een paar goede knuffels geven.
Reactie plaatsen
Reacties