‘Mmmhmh!’ mijn dochter Jade (3 jaar, 4 maanden) houdt haar beide handen stevig voor haar mond gedrukt. Het is bedtijd, maar Jade wil niet tandenpoetsen. De laatste twee weken is dit ineens een ding, de ene dag meer dan de andere. Misschien heeft iets haar een keer pijn gedaan? In elk geval wil ze niet tandenpoetsen. Absoluut niet. Ik probeer haar te verleiden met het aanbod het tandenpoetsen te begeleiden door een door mij gezongen lied. Soms werkt dit. Vandaag blijven de handen op de mond geklemd en schudt Jade nog eens heftig nee. Ik doe een paar concrete voorstellen van mijn vaste hitnummers. Onbegrijpelijk, maar het blijft nee. Ik word ongeduldig, want vóórdat die tanden gepoetst zijn gaan we toch echt niet naar bed. Ik probeer Jades handen weg te bewegen van haar gezicht. Gaat niet gebeuren.
Wat nu? Ik haal een paar keer goed adem en voel me in mijn lijf zakken. Dan zak ik nog wat verder, dit keer letterlijk, tot ooghoogte van mijn dochter. ‘Jade… heb ik jou eigenlijk al eens uitgelegd waaróm tandenpoetsen belangrijk is?’ Grote ogen kijken me aan en de handen vallen naar beneden. ‘Nee.’ In gedachten sla ik mezelf voor de kop. Wat verwacht je dan? Ik begin uit te leggen dat er van het eten dat wij eten kleine restjes op onze tanden achterblijven. Dat er piepkleine beestjes bestaan die we bacteriën noemen die in die restjes gaan zitten. Dat het niet zo erg is als die beestjes er even zitten, maar als ze te lang blijven, krijgen ze zin om gaatjes in onze tanden te maken en dan…’ Oké hou maar op. Jades armen reiken al in de richting van de tandenborstel. Nu meteen graag, mama, en doe het goed. Let op, ik had niet het doel om haar bang te maken en vertelde niets dat niet waar was, ik legde alleen uit hoe het echt zit. En we poetsten nog twee minuten en gelukkig.
Je hoeft niet altijd te vertellen waarom je iets doet. Een kleuterjuf die met haar klas bespreekt wat er op de herfsttafel ligt, hoeft echt niet vooraf te zeggen: ‘nu ga ik jullie woordenschat uitbreiden’. De kinderen zijn geïnteresseerd en profiteren vanzelf van deze opbrengst. Maar misschien komt het ook bij jou wel eens voor dat een kind geen zin heeft in de door jou gekozen lesactiviteit. Probeer het in dat geval ook eens: vertel waarom. Waarom denk ik dat het belangrijk is dat je dit leert? Wat heb jij daaraan? Waarom helpt deze oefening daarbij? Zoals het voorbeeld van Jade laat zien, kan dit al op heel jonge leeftijd. Kom je er niet uit? Dan is dat een signaal dat je wat uit te zoeken hebt. Want zoals Albert Einstein ooit zei: als je het niet eenvoudig kunt uitleggen, begrijp je het zelf niet. Misschien kom je zelfs tot de conclusie dat je lesactiviteit helemaal niet zo nuttig gekozen was. Dan is de weerstand van het kind gewoon terechte feedback, want kinderen willen hun tijd ook graag zinvol besteden.
In het geval van Jade verdween de weerstand. Deze kwam in de weken erna ook niet meer terug. Tandenpoetsen is nog steeds niet haar hobby, maar ze werkt wel mee. Als ik geluk heb, mag ik er zelfs weer een lied bij zingen.

Reactie plaatsen
Reacties